Woordenboeken

Limburgs

Alle dialecten die binnen de grenzen van de Nederlandse provincie Limburg worden gesproken, worden samen "het Limburgs" genoemd. Dat is een politiek besluit. Het hangt samen met het feit dat het Limburgs in 1997 als streektaal werd erkend onder het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden van de Raad van Europa. Taalkundig gezien is het gebied van het Limburgs veel groter, er horen ook delen van het Rijnland en van Belgisch-Limburg bij.

Het Limburgs bestaat dus uit een verzameling van tientallen verschillende dialecten, die elk hun typische kenmerken vertonen. Woorden en vooral uitspraak kunnen soms bij plaatsen op korte afstand al van elkaar afwijken. Dat zijn wel steeds kleine verschillen die de onderlinge verstaanbaarheid niet in de weg staan. Maar het Limburgs heeft natuurlijk ook gemeenschappelijke kenmerken, zoals een eigen woordenschat en een grammatica die sterk afwijkt van het Nederlands. Klik hier voor meer kenmerken van het Limburgs.

Binnen die bonte waaier van Limburgse dialecten zijn er een aantal "families" te onderscheiden, groepen dialecten die door bepaalde kenmerken van andere groepen dialecten kunnen worden afgebakend. De grens tussen twee van zulke dialectgebieden wordt in de taalkunde een isoglosse genoemd. Met behulp van isoglossen wordt het verspreidingsgebied van een bepaalde klank, een bepaald verschijnsel of een bepaald woord afgegrensd. Deze grenslijnen worden vaak genoemd naar een plaats waar ze langs of doorheen lopen. Zo kennen we in het Limburgse taalgebied bijvoorbeeld de Benrather lijn, de Panninger lijn en de Uerdinger lijn. De Limburgse dialectgebieden zijn met behulp van dit soort isoglossen ten opzichte van elkaar afgebakend. Het gaat daarbij dus steeds om één verschijnsel; andere dialectkenmerken van het betreffende gebied kunnen heel goed ook in het aangrenzende gebied aanwezig zijn. De meeste Limburgse taalgrenzen stoppen niet aan de staatsgrens: ze gaan verder in het Rijnland en in buurprovincie Belgisch-Limburg.

De isoglossen in Limburg lopen allemaal van noord naar zuid. Dat heeft te maken met het feit dat veel verschijnselen die ze afgrenzen vanuit het Rijnland in Limburg zijn terechtgekomen. Met name Keulen heeft daarbij een heel belangrijke rol gespeeld. Klik hier voor meer kenmerken van de verschillende Limburgse dialectgebieden.